We maken gebruik van functionele cookies die minimaal nodig zijn om de website goed te laten werken. Met analytische cookies kunnen we het gebruik van deze website beter begrijpen en verbeteren. Je kan analytische cookies weigeren of aanvaarden.

Hoe we met deze informatie omgaan vind je terug in ons privacy- en cookiebeleid.

Ga terug naar het overzicht van nieuwsitems

Getuigenis van Nicoleta Vandeputte, coördinator van het Huis van het Kind Anderlecht

Waarom vind jij het belangrijk dat gezinnen zelf aan het woord komen?

Een essentieel aspect van onze missie is exact dat: “Gezinnen zijn jouw partner”. Ons netwerk bestaat uit  diverse gezinnen die we via verschillende communicatiekanalen en diensten bereiken. Zo hebben we een what ‘s app groep met 300 gezinnen. Hun stem laten horen is een manier om hen als partners te benaderen, bijvoorbeeld via onze oudergroepen.

Een daarvan is  ‘Madame Chichi’, een zelfsturende moedergroep. De  hoofdtaak van deze groep  is : werken rond  welzijn, opvoeding en  ontwikkeling van het kind, maar verder kunnen ze dit zelf invullen. Ze krijgen een eigen budget dat ze zelf mogen beheren. Als we nieuwe projecten plannen, vragen we graag hun advies: wat hebben jullie precies nodig? Ondertussen doen ook andere organisaties dat; Madame Chichi fungeert dus zowat als lokale adviesgroep voor ons netwerk.

We streven er ook naar om structureel een zelfsturende oudergroep van vooral werkende  vaders en moeders verder uit te bouwen. Zij komen momenteel een keer per maand bij elkaar op zondag om samen iets leuks te doen met hun kinderen. Twee ouders uit de buurt organiseren dit. Deze initiatieven worden in het bijzonder gewaardeerd door alleenstaande ouders die vaak in het weekend geen (goedkope) mogelijkheid hebben om andere ouders en kinderen te ontmoeten en samen plezier te beleven. 

Tijdens de zomer stellen we het huis en tuin regelmatig open voor gezinnen, zodat ze hier met hun kinderen kunnen spelen en andere gezinnen ontmoeten. Daarmee willen we vooral de gezinnen bereiken die niet  de mogelijkheid hebben om met vakantie te  kunnen gaan of  -die klein behuisd zijn. Dan zie je een echte mix van culturen, talen…  Zoveel als mogelijk proberen we een open huis te zijn, bv voor de ouders die hun kind uit de crèche ophalen en even blijven spelen in de tuin of de lokalen van Huis van het Kind.

Onze droom om ons Huis van het Kind als een Vertelhuis in te richten wordt realiteit dankzij de steun van de Gemeente Anderlecht en de VGC. De inrichting wil niet alleen  de interactie tussen ouders en kinderen bevorderen maar ook ruimte maken voor de verhalen van de kinderen. Ook hier werd geluisterd naar de suggesties van de ouders om de impact van de inrichting te optimaliseren. De input van de  studenten van Pedagogie voor het Jonge Kind , Gezinswetenschappen en andere vervult hier een belangrijke rol.  

 

Welke noden zie jij die zeker aan bod moeten komen?

Er zijn heel veel noden. Ik ga me beperken tot enkele die in ons Huis van het Kind vaak voorkomen.

 

-          Meer aanbod van vrijetijdsactiviteiten voor gezinnen tijdens weekends en vakanties, daar is superveel nood aan in deze buurt waar weinig of geen mensen een tuin hebben en ze vaak ook sociaal geïsoleerd leven.

-          Huiswerkklassen, daar is een heel grote behoefte aan, net als aan logopedie en taalondersteuning. We zien vaak dat kinderen pas laat beginnen spreken. We werken nauw samen met Foyer die experten zijn op vlak van taalontwikkeling in een meertalige context. Ook de samenwerking met LIGO Brusseleer en Huis van het Nederlands is zeer waardevol.

-          Prenatale werking zou in deze buurt veel meer uitgebouwd moeten worden, best in samenwerking met Huizen van het Kind. Nu kennen zwangere vrouwen onze werking vaak niet. Ze vinden ons pas na de geboorte van hun kind. We bekijken nu met het lokale wijkgezondheidscentrum en Opgroeien hoe we aan deze nood kunnen beantwoorden.

-          Het is voor veel moeders niet evident om werk te vinden, bv ivm de hoofddoek, maar ook ivm opvang en werkuren – wegens gebrek aan opvang werken ze liefst enkel tijdens de schooluren. Ook wegens gebrek aan opvang kunnen ze moeilijk een opleiding volgen.

-          Alleenstaande ouders zijn extra kwetsbaar; ze hebben vaak niet genoeg middelen, ook al werken ze, om rond te komen, laat staan om de kinderen regelmatig naar betalende activiteiten te brengen.

En verder natuurlijk: kinderopvang! Waarvan het aanbod simpelweg ontoereikend  is.

En ten slotte: welzijn, heel gewoon je kunnen ontspannen als ouders. Daar spelen we op in met ons beleid van open huis, open tuin, vertelhuis,  activiteiten die wij samen met ons Anderlechtse- en Brusselse netwerk organiseren.

 

Welke ondersteuning zie jij als meest noodzakelijk? Welke suggesties heb je?

Beleid maken op maat van de gezinnen, rekening houdend met hun specifieke context, dat betekent in Brussel uiteraard oog hebben voor diversiteit. Als Huis van het Kind moeten we  “vraaggericht werken” en er zijn voor “alle ouders”, maar als we iemand doorverwijzen moet die persoon dikwijls een link hebben met een Nederlandstalige voorziening. Dat is niet het geval voor veel ouders in deze buurt. Nochtans zijn veel ouders gemotiveerd om Nederlands te leren.

Een doelgroep die onze extra aandacht vraagt, zijn ouders van kinderen met extra noden of beperkingen; zij zijn heel weinig mobiel en we bereiken hen heel moeilijk. Wij streven naar een inclusieve werking (ook wat vrijetijdsparticipatie voor deze doelgroep betreft) maar dat is geen sinecure omdat de ouders zich moeilijker kunnen verplaatsen. Wegens de verminderde mobiliteit kunnen ouders ook hun andere kinderen vaak niet aan activiteiten laten deelnemen. Zeker voor alleenstaande ouders is dit het geval.

Minder bureaucratie kan nuttig zijn. We zien bv . dat mensen niet in orde zijn met hun inschrijving bij Actiris, die elke drie maanden moet hernieuwd worden. Veel diensten gaan er van uit dat men dit zelf regelt maar in de praktijk doen mensen uit kwetsbare gezinnen dat niet of niet tijdig. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor projecten als ‘Compagnon de route’ (Jes) die vrouwen van 18 tot 35 jaar begeleiden op hun traject naar werk.